Onze buit
Tijdens de wandeling stoppen we als eerste bij een sloot, hier vinden we twee plantjes. Gydo laat ons eerst allemaal even ruiken en proeven van het blad: Waterkers en Watermunt! Vooral Watermunt is herkenbaar vanwege de geur.
Wanneer we verder wandelen stoppen we bij een plantje dat we uit de grond halen, het gaat hier namelijk om de wortels van de plant. Na veel raden komt het juiste antwoord: Nagelkruid. Nagelkruid is familie van de aardbei en je kunt er heerlijke thee van maken! Gelukkig zijn we hierop voorbereid en hebben we allemaal een thermosfles met warm water erin mee.
Wanneer we verder lopen komen we Hondsdraf, Speenkruid en de gewone Berenklauw tegen. Niet te verwarren met de Reuzenberenklauw, deze is giftig. Van de wortels van de gewone Berenklauw kun je ook weer thee maken.
Opzoek naar Vogelmuur!
Na de wandeling is het aan ons, tijd om zelf op zoek te gaan naar een eetbare plant. In het boek ‘Eetbare Wilde Planten’ bestuderen we hoe Vogelmuur eruit ziet en waar we op moeten letten. Al snel hebben we het gevonden, als je er eenmaal op let kom je het heel vaak tegen. We checken voor de zekerheid toch nog even alle feitjes van de plant voor we het proeven, een frisse smaak. Wist je dat Vogelmuur veel voorkomt in salades, pesto of stamppot? Je haalt je ingrediënten dus gewoon in de natuur om de hoek!